Vorige week vond in Genève de conferentie AI for Good plaats. Samen gebracht door de Verenigde Naties, spraken wereldleiders en AI-experts over de toekomst van kunstmatige intelligentie.
Jim Stolze vroeg de aanwezige landen wie reeds een “Nationale AI-strategie” had opgesteld. Bijna alle handen gingen de lucht in. Daarna vroeg hij bij wie “AI-Literacy” (educatie van het brede publiek) onderdeel was van die strategie… slechts één hand ging de lucht in: Finland.
Vervolgens kon Jim een mooie observatie van psychiater Damiaan Denys aanhalen over het Nederlandse zwemdiploma. Ondanks het feit dat in Nederland bijna overal water is, verdrinken er relatief weinig mensen. En dat komt niet omdat we hekken rondom de grachten hebben geplaatst, of dat we life-guards op de stranden hebben geïnstalleerd… Nee, we hebben het anders opgelost: kinderen leren op jonge leeftijd zwemmen. De parallel met het reguleren van AI was snel getrokken. Hekken zijn niet genoeg.
We need well informed citizens and critical consumers to hold both our governments and tech-companies to the highest ethical standards. Not because they are legally obliged do so, but because their end-users don’t expect anything else.
De conclusie lag daarna voor de hand: You can’t have a National AI-Strategy without AI-Literacy.